De makkelijkste manier van vergroenen van je tuin is door tegels eruit te halen en planten erin te zetten.
Door paden aan te leggen van halfverharding, kan water beter weg en droogt de bodem niet uit. Daardoor
hoeft er minder te gesproeid te worden.
Bomen omring je met plantcombinaties die de boom ondersteunen (boomgildes). Zo helpen de planten
elkaar en is er minder kans op plagen en ziektes.
Borders met zoveel mogelijk soorten en variëteiten van planten zijn weerbaarder en aantrekkelijk voor meer
soorten insecten en daardoor voor vogels en bijvoorbeeld kikkers en egels.
Met veel eetbare planten trek je meer vogels die weer de hoeveelheid slakken en insecten in toom houden.
Bovendien is er ook voor jou allerlei eetbaars te vinden.
Mulchplanten zijn planten waarvan je (meestal) het blad kunt gebruiken om de grond te bedekken. Dat heeft
als voordeel dat de grond niet uitdroogt en de mulch voedt ook nog eens het bodemleven. Goeie en
aantrekkelijke mulchplanten zijn smeerwortel en rabarber.
Mooie bodembedekkers zoals lieve-vrouwe-bedstro, kruipend zenegroen, maar ook hondsdraf helpen de
bodem met voeding. En ze gaan uitdroging tegen. Ook onderdrukken ze ander onkruid. Dat betekent minder
onderhoud en minder of geen water geven.
Maai zo min mogelijk en tover een deel van het grasveld om tot bloemenweide. Mooi voor jou en een feest
voor bijen en vlinders.
Leg een composthoop aan zodat je al je tuinafval meteen kunt recyclen tot de beste voeding voor je tuin.
Leg een vijver (of een poeltje in een kleine tuin) aan voor het stimuleren van de biodiversiteit. Kikkers eten
slakken en insecten (muggen!), hoe fijn is dat.
Er zijn allerlei innovatieve manieren van wateropvang, van waterschuttingen tot enorme ondergrondse tanks,
hydroblobs tot wadi’s. Altijd water om de planten te besproeien als dat al nodig is. Beter voor de planten
bovendien.
Door sedum en kruiden aan te planten op platte daken is het koeler in de zomer en warmer in de winter.
Insecten vinden er voedsel en het ziet er ook nog mooi uit.
Laat een hoekje van je tuin verwilderen. Dat is goed voor de biodiversiteit, het bodemleven, het klimaat en de
gezondheid van je tuin. En het is interessant om te zien wat er gebeurd als je niets doet.
Als je nog verder wilt gaan, kies dan voor vogelhuisjes, insectenhotels en/of takkenrillen. Niet noodzakelijk,
wel stimuleren ze het leven in de tuin nog meer. En hoe meer leven in de tuin hoe weerbaarder en uiteindelijk
mooier.
